De kaart van het bisdom Utrecht, ca. 1524
In mijn masterscriptie De kaart van het bisdom Utrecht, ca. 1524. Onderzoek naar houtsnedefragmenten ‘Oestvrieslant’ en ‘Toversticht’ staan twee houtsnedefragmenten centraal, die in 1956 in de Universiteitsbibliotheek Leiden gevonden zijn in de stempelband van een huishoudkasboekje uit het legaat Chastelain.
Houtsnedefragment Oestvrieslant omvat de huidige provincie Friesland met de eilanden Ameland en Terschelling en de stad Emden, ‘over de Eems’, in het huidige Duitsland. Met frewou[…] en langew[…] kunnen de in de Ommelanden liggende gebieden Vredewold en Langewold bedoeld zijn, maar de rest van de Ommelanden (huidige provincie Groningen) ontbreekt op het houtsnedefragment. Aan de rand van het fragment staat roden, dus ook de huidige provincie Drenthe is op het fragment vertegenwoordigd. Op houtsnedefragment Toversticht staan de stad Groningen, de vanouds in het Gorecht gelegen plaatsen Noordlaren en Haren, vijf plaatsen gelegen in het huidige Grafschaft Bentheim (huidige Duitsland), plaatsen behorende tot de huidige provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland en tot slot één plaats, Rhenen, gelegen in de huidige provincie Utrecht.
De hoofdvragen tijdens het onderzoek zijn: wie gaf / gaven de opdracht tot de vervaardiging van de houtsnedekaart? En hoe zou de complete houtsnedekaart eruit gezien kunnen hebben?
Eerste deelvraag hierbij is de datering van de houtsnedefragmenten (zie 2.1). ‘Circa 1524’, schrijven de eerdere auteurs op grond van hun onderzoek. Na de vondst van een watermerk van een vooroverhellend hert met halsband in fragment Toversticht door schrijver dezes, is getracht deze datering bij te stellen. Onderzoek heeft niet geresulteerd in de vondst van een identiek watermerk, maar op grond van soortgelijke watermerken, is uiteindelijk de datering circa 1522-1525 gesuggereerd als nieuw uitgangspunt. Op fragment Toversticht voorkomende signaturen zijn daarnaast als aanwijzingen te beschouwen voor het gebruik van ‘recent’ bronmateriaal, omdat weergegeven plaatsen op de houtsnedefragmenten bijvoorbeeld pas na een bepaalde datum als afzonderlijke parochie voorkomen.
Voor de tweede deelvraag is nagegaan met welk doel de houtsnedekaart van het bisdom Utrecht is vervaardigd (zie 2.2). De bisschop van Utrecht had naast geestelijke macht in een groot deel van het huidige Nederland het landsheerlijk gezag over het Neder- en Oversticht (min of meer de provincie Utrecht en de provincies Overijssel en Drenthe, de stad Groningen en het Gorecht). De aanwezigheid van delen van het huidige Friesland en de Veluwe zijn het bewijs dat we te maken hebben met het machtsgebied van de bisschop in geestelijke zin.
Het op het Gemeentearchief van Kampen aanwezige ongedateerde Memoriale van de reis naar Heidelberg an den elect, van de hand van de Kamper stadssecretaris Johan van Breda, bevat een passage over een caertte van de gelegenheit des gestichtes, gemaakt zodat elect Hendrik van Beieren zelf een beeld zou krijgen van de toestand van het gebied waarover hij de ‘leider’ werd. Waarschijnlijk gaat het hier om een kaart met daarop het gehele bisdom Utrecht. De meningen zijn verdeeld of de caertte als de in Leiden gevonden delen van de houtsnedekaart van het bisdom Utrecht opgevat moeten worden, maar schrijver dezes identificeert ze in deze masterscriptie niet als dezelfde kaarten. Daarvoor wordt aanvullend en verdiepend onderzoek op dit punt noodzakelijk geacht.
Viglius van Aytta, officiaal van de bisschop van Münster, heeft in een brief uit het jaar 1534 over een in omloop zijnde kaart met daarop alle plaatsen van het bisdom Utrecht geschreven. Hoewel het geen vaststaand feit is, zou het heel goed mogelijk zijn dat het om de houtsnedekaart gaat, waar de fragmenten Oestvrieslant en Toversticht deel van uitmaken.
Voorgaande auteurs hebben de mogelijkheid geopperd dat de houtsnedekaart in Straatsburg gedrukt is. Als derde deelvraag is door schrijver dezes onderzocht of dat terecht is (zie 2.3). Tegenargumenten voor de mogelijkheid Straatsburg zijn gegeven en mijn suggestie is dat een drukplaats in de Nederlanden ook waarschijnlijk zou zijn.
Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag hoe de complete houtsnedekaart eruit gezien zou kunnen hebben, is allereerst nagegaan wat de reden zou kunnen zijn geweest voor het wel / niet weergeven van signaturen met toponiemen (zie 2.4). Op fragment Toversticht blijkt de parochie-indeling bepalend. Op fragment Oestvrieslant lijkt de samensteller van het kaartbeeld van deze parochie-indeling afgeweken te zijn. Een mogelijke reden hiervoor is het gebruikte bronmateriaal. Bij de vraag wat voor soort bronnen gebruikt zijn bij het vervaardigen van de houtsnede, is gekeken naar de mogelijkheid van zelf uitgevoerd veldwerk. Uiteindelijk lijkt het erop dat de persoon die verantwoordelijk is voor de signaturen en bijbehorende toponiemen, voor het kaartbeeld en de beschrifting meerdere bronnen heeft gebruikt en daarmee een kaart heeft samengesteld. Daarbij zijn fouten gemaakt door lacunes in het bronmateriaal of door een foutieve aansluiting van de verschillende gegevens op elkaar.
Bij de derde en laatste vraag heeft schrijver dezes zich afgevraagd welke functie we mogen toeschrijven aan de signaturen. Mogelijkerwijze is het bronmateriaal ‘schuld’ aan de keuze voor de gebruikte signaturen van landschappen (zie 3.1). Bij het zoeken naar een antwoord op de vraag waarom signaturen voor plaatsen met verdedigingswerken als zodanig zijn weergegeven, blijkt dat de keuze niet gemaakt is op grond van stadsrechtverlening. Een aantal plaatsen die in de daadwerkelijke situatie verdedigingswerken hadden, blijken daarnaast met het signatuur ‘kerk’ getekend. Schrijver dezes kan er geen antwoord op geven, maar vraagt zich af of de opdrachtgever de kerken bij deze plaatsen belangrijker vond dan de verdedigingswerken (zie 3.3.1). Onderzoek naar de waarheidsgetrouwheid van een aantal bouwwerken heeft uitgewezen, dat een aantal aanwezige overeenkomsten op toeval zou kunnen berusten, maar ook dat net zoals bij andere houtsnedekaarten uit dezelfde periode (zie 3.2, bijvoorbeeld 3.2.4) een voorbeeld gebruikt kan zijn. Nader onderzoek lijkt op dit punt noodzakelijk om antwoord te kunnen geven op de vraag in hoeverre de signaturen eventueel als aanvullende bron voor architectuurhistorisch onderzoek gebruikt zouden kunnen worden (zie 3.3.2).
Concluderend gaat schrijver dezes er vanuit dat de houtsnedefragmenten Oestvrieslant en Toversticht deel uitmaken van een kaart met daarop het gehele diocees Utrecht, waarop ook de tot het bisdom behorende huidige provincies Holland en Zeeland moeten zijn weergegeven. Antwoord op de vraag wie de opdrachtgever(s) is / zijn geweest en waar in de Nederlanden de houtsnedekaart vervaardigd kan zijn, wordt niet gegeven. Daarvoor wordt aanvullend onderzoek noodzakelijk geacht.
Er zijn al met al nog vele nieuwe onderzoeksvragen te formuleren om stukje bij beetje het mysterie van de ‘kerkenkaart’ te ontrafelen (zie hfst. 4).
Voor een pdf-versie van mijn masterscriptie Landschapsgeschiedenis verwijs ik u graag naar: de scriptiedatabase van de RuG
Copyright © 2013 Annemarie Zijlstra. De tekst en documenten op deze website mogen niet verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van schrijver dezes. Bij elke vermelding volledige auteursgegevens.
Bron citaat: Zijlstra 2012, samenvatting. Voor meer informatie: info[at]amerij.nl